Voor even, gaat over het kijken naar kunst en de kunstenaar in het kind. Samen met jouw klas onderneem je deze zoektocht met als resultaat jullie eigen fototentoonstelling.
De tentoonstelling Voor even, van kunstenares Noortje Haegens komt bij jou op school. Met deze foto’s legt Noortje haar plek in beeld vast, ze gebruikt daarbij grote zeepbellen. Belangrijk is daarbij om op het juiste moment de foto’s te maken.
Het is speels, kleurrijk en maar voor heel even… patssss.
Naar aanleiding van deze tentoonstelling gaan de kinderen analyseren, experimenteren en reflecteren. Door middel van de toverachtige bellenblaas techniek gaan ze op zoek naar de kracht van kleur en vorm en met fotografie leggen de kinderen hun plek in beeld vast. Deze tentoonstelling met materialenkist toert langs basisscholen in Nederland. Op iedere school is de tentoonstelling 3 à 4 weken beschikbaar, daarna reist de tentoonstelling weer naar een volgende school.
Ben je op zoek naar een kunstproject voor scholen? Maak gebruik van de onderstaande link.
In opdracht van CultuurKade
Waar denk je aan, als je naar kunst kijkt? Kun je allemaal naar hetzelfde kunstwerk kijken en toch iets anders zien? En wat ervaar je als je jouw eigen ideeën gaat vormgeven, letterlijk en figuurlijk? Met deze en andere vragen gaan leerlingen aan de slag binnen ‘Voor even’, een kunstproject rondom fotografie voor de groepen 5 en 6 van het basisonderwijs. Het project maakt dit schooljaar deel uit van het Kunstmenu van Cultuurkade Meierijstad.
Kijken, doen en reflecteren
Binnen ‘Voor even’ staan de foto’s van kunstenaar Noortje Haegens centraal. Op de foto’s heeft Noortje gebruik gemaakt van reuzenzeepbellen, die elk moment uit elkaar kunnen spatten. De zeepbellen zweven door prachtige landschappen. Patss… de zeepbellen zijn er maar voor even! Op basis van de werken van Noortje gaan leerlingen aan de slag met drie lessen, waarin achtereenvolgens kijken, doen en reflecteren centraal staan. In les 1 staat kijken naar de kunstwerken van Noortje en een mindmap maken over je gedachten centraal. In les 2 maken de leerlingen zélf een foto van een zeepbel in hun eigen omgeving, waarna ze in les 3 creatief reflecteren op hun eigen kunstwerken, die van hun klasgenootjes en het gehele project.
Op deze ochtend op basisschool Edith Stein in Zijtaart is het groep 6, die onder begeleiding van leerkracht Michelle Huijbers aan de slag gaat met les 3. Na een korte introductie en terugblik op de voorgaande lessen, gaat het al gauw over de kunstwerken die de leerlingen zelf hebben mogen maken. “Wat is je opgevallen?” vraagt Michelle. “Dat je geen zeepbellen moet maken tegen de wind in!” zegt een jongen. “Ja, dat kan gebeuren”, zegt Michelle. “Dan heb je er heel goed over nagedacht, en dán komt de wind… Wat moet je dan doen?” “Dan moet het dus anders…” zegt de jongen. “Precies. En daarom is deze kunst van Noortje ook zo speciaal. Want je hebt te maken met de omgeving, die al heel mooi is, en dan nog met de wind, en de bellenblazer… wat vinden jullie daarvan?” “Heel knap!”
Kijken in een andere wereld
“Vandaag ben ik benieuwd hoe creatief jullie zijn”, vervolgt Michelle. “Want jullie zitten hier allemaal met je eigen, door jouzelf gemaakte foto. Ik wil jullie nu vragen om een titel te bedenken voor jouw foto.” Terwijl de kinderen zich in alle stilte over hun kunstwerken buigen, verzinnen ze de meest uiteenlopende titels voor hun kunstwerken. Van verwijzingen naar de vorm van de zeepbel (‘De kreeft’, ‘De zeepbelslang’, ‘De XXL-bel’) tot verwijzingen naar het geheel van de foto (‘Uit de vinger’, ‘Jelle met zijn bellen’, ‘De bellenzuiger’) én namen die verwijzen naar een diepere laag, zoals ‘De toverspreuk’ en ‘We kijken in een andere wereld’. Boven één van de werken heeft een leerling ‘Wajoooo’ geschreven, want, zo geeft hij aan: “Alles mag, toch?”
Leerling groep 6, basisschool Edith Stein
“Nu gaan we alle kunstwerken op de tafel leggen”, zegt Michelle. “Ik heb hier een aantal post-its, en jullie mogen bij ieder kunstwerk schrijven wat je er goed aan vindt. “Kijk héél goed he… is het de zeepbel zelf? De omgeving, de timing, de kleuren? Dat mag je ernaast schrijven.” En terwijl ze een jongen uit de klas aankijkt: “Zei jij nu net dat je vond dat jouw foto mislukt was?” “Ja”, antwoordt hij. “Nou, dat vind ik niet, want ik vind de setting echt perfect, dit is net een toneelstuk!” “Ja”, reageert een meisje fluisterend tegen haar klasgenootje. “En dan noemen we het: ‘de afleidende bubbel’.” “Jaaaa!” fluistert haar klasgenootje.
Suuuupermooooi
Het is muisstil wanneer de leerlingen langs elkaars werken lopen. Al snel worden de post-its volgeschreven met allerlei complimenten. ‘Goeie titel’, ‘leuke bel’, ‘mooi wit licht’, ‘mooie achtergrond’, ‘grappig’, ‘suuuupermooooi’ en nog veel meer. “Dan heb ik nu nog een vraag voor jullie”, vervolgt Michelle. “Welke drie kunstwerken zouden voor jou zó bij de tentoonstelling van Noortje kunnen hangen? Welke springen eruit voor jou? Geef ze maar een streepje op de post-it, dan kijken we naderhand wie er de meeste streepjes heeft.”
Al snel blijkt dat de foto van Miek de populairste is. Op deze foto is een aantal bomen te zien voor een mistig landschap, met een aantal felle kleuren op de voorgrond, waar de zeepbel het licht breekt. De kleuren vormen een ongedefinieerde vorm over de achtergrond heen, waarbij de bel zelf nauwelijks te onderscheiden is. “Waarom is deze zo mooi?” vraagt Michelle. “Het lijkt wel of Miek een magische truc heeft gebruikt”, zegt een jongen. “Deze is gewoon magisch in alle opzichten”, zegt een meisje. “De kleuren zijn heel mooi en de achtergrond is ook nog eens heel goed bedacht. Maar waar is dit dan…?” Miek: “Gewoon, daarachter op de speelplaats.” “Oohhh”, reageert een leerling. “Hoe kun je zó’n mooie leefomgeving krijgen?”
Leerkracht Michelle Huijbers
Over het dak
Bij de korte terugblik die Michelle na afloop van deze les nog doet met de leerlingen, komt al aan bod dat ze heel wat dingen leuk vonden aan dit project. “Dat je zelf bellen mocht maken!” “Dat je nu ook de foto’s van anderen ziet!” “Dat mijn bel over het dak van de school ging!” En: “Dat groep 7 niet meer op kon letten, omdat wij op het schoolplein bezig waren met die bellen.” “Tja”, zegt Michelle. “Dat heb je ooit met kunst, dat je niet meer op iets anders kunt letten.” En wat kan er beter binnen dit project? “Het had wel langer mogen duren, met meer opdrachten!” roept een leerling. “Ja, of dat je het nog een keer zou mogen proberen”, zegt een andere leerling. “Dat zou mooi zijn!”
“Het is prachtig om te zien hoe trots ze iedere keer waren als de foto gelukt was”, vertelt Michelle na afloop van de les. “En ze vonden het ook zo gaaf om te doen, ze waren echt heel enthousiast. Het is ook opvallend hoe creatief kinderen van nature zijn. Heel veel elementen hebben ze zelf toegevoegd, dat hebben ze nergens gezien, dat verzinnen ze ter plekke. Zó mooi om te zien!”
Iedereen is creatief
“Voor deze foto moest ik wel even moeite doen”, zegt een jongen na afloop van de les. “Er zijn er wel négen mislukt, en deze was pas goed! Het waaide ook heel hard en we zaten bij het klimrek, waardoor de bellen steeds kapot gingen. Maar daar leerden we dan steeds weer iets van!” Wat ze hier verder nog van meenemen? “Dat het gewoon heel leuk was!” “Dat iedereen in onze klas zo creatief is; andere kunstwerken waren ook zó mooi!” “Dat je altijd in iedere bel iets kunt zien. Een slang of een aap ofzo…” En: “Dat je lief moet zijn voor de natuur.” En alsof dat nog niet genoeg (levens)lessen zijn: “Als het niet meteen lukt, en je moet veel moeite doen, dan is het nóg leuker als het dan uiteindelijk toch lukt!”